Op 16 mei jl. presenteerden vier wat bedremmelde partijleiders hun bevindingen na zes maanden ploeteren, elk met een dooie mus in de hand. Die bedremmeldheid probeerden ze dapper te maskeren met een motto van hoop, lef en trots, maar dat leek al meteen een vrij wanhopig motto. De andere hand hielden ze over de mus heen, zodat men toch nog zou kunnen denken dat de musjes levend waren.
De dooie mus van Geert Wilders betreft het strengste asielbeleid ooit. Hij wist zelf ook wel dat het juridisch allemaal onhaalbaar was wat ze hadden opgeschreven. Hij vertelde nog dat hij dacht dat alleen het verhaal van grote strengheid al wel zou helpen om de instroom van asielzoekers te keren. Maar ja, het omgekeerde kan natuurlijk ook gebeuren. Dat iedereen de komende maanden vooral naar Nederland wil komen voordat het daarna misschien moeilijker gemaakt wordt.
Caroline van der Plas moet haar dooie mus straks delen met alle boeren die ze heeft beloofd dat ze zelf “aan het roer” komen te staan. Het hoofdlijnenakkoord doet net alsof er geen stikstof- en mestprobleem hoeft te worden opgelost na een succesvol reisje naar Brussel, maar ze weet zelf ook wel dat de Vogel- en Habitatrichtlijnen voor de bescherming van de natuur na dat reisje echt niet zullen worden aangepast. Waarom zou iemand in het het buitenland überhaupt begrijpen dat een klein en dichtbevolkt land waarvan de ammoniakuitstoot vier keer boven het EU-gemiddelde ligt dat dolgraag zo wil houden, ook al gaat daardoor het beetje natuur dat er nog is door het putje?
Dilan Yesilgöz was ook helemaal niet blij met haar dooie mus. Van de juichende stemming van vorige zomer, toen zij het kabinet Rutte 4 opblies met opgewonden verhalen over nareis-op-nareis is niets meer over. Regeren over rechts is helemaal niet zo leuk als gedacht met de drie partners waar ze het mee moest doen. Haar partijleiderschap is nu al totaal mislukt. Een slechte verkiezingsuitslag, vrij rampzalige peilingen en een partij die zijn eigen gezicht heeft verloren. En zij weet ook heel goed dat de mussen van Geert en Caroline zo dood als een pier zijn, en ook hartstikke onrechtstatelijk, en dat haar eigen mus van een sterke economie en een solide begroting al even dood is. De boterzachte financiële afspraken tarten elke vorm van deugdelijk begroten. Dat hebben inmiddels alle economen in koor geroepen, en het CPB zal dat verhaal niet beter maken, voor zover dat meent dat er ondanks alle vage voornemens toch iets door te rekenen valt.
Deze drie dooie mussen zijn voor Pieter Omtzigt ook wel heel vervelend. Met alle onrechtstatelijke afspraken in het akkoord waarmee hij heeft moeten instemmen is zijn hele reputatie als hoeder van de rechtsstaat verdwenen. Ook van Pieters rekenvaardigheid inzake de soliditeit van de begrotingsafspraken is weinig gebleken. Hij is nu weer de weinig voorspelbare opportunist, het beeld wat eerlijk gezegd zijn twintig jarig Kamerlidmaatschap ook een beetje kenschetste. Het eigen musje van het Constitutioneel Hof vraagt eerst nog een Grondwetwijziging, en die is zo lastig dat we die vast niet gaan meemaken, omdat weinig anderen het grote nut van deze nieuwe instelling inzien. Ook dood dus.
Nederland is dus blij gemaakt met vier dooie mussen. Of nee, het hoofdlijnenakkoord laat nog veel meer dooie mussen zien. Maar geen enkele toekomstvisie, geen enkele poging om de matschappelijke samenhang te vergroten, veel rechtstatelijke en juridische onjuistheden en onmogelijkheden, een ondeugdelijk financieel kader en geen bestaanszekerheid voor alles wat kwetsbaar is, zowel mensen als natuur. Nederland verdient toch echt beter dan dit. Is dit nu rechts beleid? Met dooie mussen kun je toch geen land besturen? En zou Richard van Zwol al hebben nagedacht over zijn rol binnen de Raad van State, als de ongein van dit hoofdlijnenakkoord via wetsvoorstellen daar op het bureau zou belanden?