De Nederlandse samenleving heeft de eerste golf van de Coronacrisis doorstaan. Eenvoudig was het niet. De zorg werd overspoeld met ingewikkelde patiënten. De IC capaciteit moest in noodtempo worden uitgebreid en tekorten dreigden. Het zorgpersoneel is (te) zwaar belast en is nog aan het uithijgen. De verpleegtehuizen hebben een grote sterfte onder hun bewoners niet kunnen voorkomen. Inmiddels zijn de besmettingsgetallen fors gedaald en begint de samenleving meer en meer uit te stralen dat het wel genoeg geweest is allemaal, en dat we weer gewoon willen kunnen doen. Maar dat kan nog niet. Het virus is de wereld nog niet uit, in tegendeel, het aantal besmettingen neemt nog hand over hand toe, vooral op het Zuidelijk halfrond, maar ook in Noord Amerika. We moeten dus alert blijven, en ons blijven houden aan een aantal sociale beperkingen. Waarschijnlijk tot een werkzaam vaccin gevonden is en in voldoende mate is verspreid. De economie zal vooralsnog blijven hangen op een 90% economie.
Onvermijdelijk komt er nu een tweede golf op ons af, die van massale werkloosheid. Dat begint bij de jongeren. Veel schoolverlaters zullen na de zomer geen werk kunnen vinden. Dat de jeugdwerkloosheid oploopt tot rond de 20% is niet onwaarschijnlijk. Veel (flex)werkers profiteren nu nog van de steunmaatregelen die het kabinet heeft genomen om baanbehoud te borgen. Maar de steunpakketten kunnen niet oneindig doorgaan. Ook het CPB verwacht dat dit najaar bedrijven personeel zullen moeten laten gaan om te kunnen overleven. Faillissementen zullen stijgen in aantal. Ook vast personeel moet vrezen voor hun baan. Kwetsbare mensen met een beperking worden weer in een uitkering geduwd. Als de minder gunstige scenario’s van het CPB bewaarheid worden stijgt de werkloosheid tot boven de 10%, terwijl veel mensen zich dan al zonder hoop van de arbeidsmarkt hebben teruggetrokken en de arbeidsmigranten naar hun thuisland zijn teruggekeerd. Het is onvermijdelijk. In de recessie waarin we zijn beland heeft het weinig zin om mensen langdurig vast te houden in een baan als er geen werk is. Voor sommige banen zal het ook heel lang duren voordat dat oude werk er weer is. Daar kan beter niemand op wachten.
Het klinkt allemaal heel somber, en leuk is het ook niet. Het is wel belangrijk te beseffen dat dit op ons afkomt. En dat het onverstandig is om thuis op de bank te gaan wachten tot het werk dat je deed weer terugkomt, of tot de economie weer zo gegroeid is dat er vanzelf weer nieuwe banen komen. Het is ook verstandig om vooruit te kijken. Na de recessie komt herstel, en in dat herstel komen de problemen van de Nederlandse arbeidsmarkt weer even hard terug. Een lage arbeidsproductiviteit, een vaardighedenniveau dat niet aansluit bij het digitale tijdperk, schaarste in veel sectoren waar de groei vandaan zou moeten komen. En dit alles betekent dat we vanaf nu heel hard aan de slag moeten met een superactief arbeidsmarktbeleid. Dat lijkt een beetje op de eerste Coronagolf. Op zoek naar capaciteit om de golf te kunnen beheersen en af te vlakken. In dit geval zijn er heel veel mensen nodig die de begeleiding kunnen doen van de jongeren die van school afkomen en aan het werk zouden willen, van werknemers die in de ww dreigen te komen, van flexwerkers en zzp’ers die zonder werk komen en al snel de bijstand in dreigen te schieten. Al die mensen moet het perspectief geboden worden dat ze welkom zijn op de arbeidsmarkt, maar nu nog even niet of niet op de plek die ze zelf hadden bedacht. Dat is voor hun zelf belangrijk, maar dat is vooral voor onze economie belangrijk. Die moet deze tweede golf ook doorstaan op een zo goed mogelijke manier. Die moet nu klaargemaakt worden voor de toekomst na de coronarecessie. Op microniveau weten we dat bedrijven die tijdens een recessie doorgaan met investeren na de recessie het succesvolst zijn. Op macroniveau geldt dat niet anders. We moeten dus juist nu veel in mensen investeren. In mensen met veel capaciteiten, maar ook in mensen met minder capaciteiten, om een inclusieve samenleving te borgen. Sommige mensen kunnen begeleid worden naar een andere baan, van de horeca bijvoorbeeld naar de zorg. Voor mensen met een beperking moeten banen gemaakt worden. Anderen moeten vooral een scholingstraject in, extra geschoold, omgeschoold of bijgeschoold. Soms in een leslokaal, maar vaak juist in een praktijkleersituatie.
Wat voor mensen zijn ervoor nodig om dit allemaal in goede banen te leiden? Ik denk alle mensen met ervaring met re-integratie bij gemeenten en UWV die maar beschikbaar zijn . En dat is lang niet genoeg. Dus ook alle werkbegeleiders van de uitzendbureaus die maar beschikbaar zijn. En heel veel docenten en praktijkleraren. Er is ook geld nodig. Re-integratiemiddelen bij gemeenten, die al jaren op een te laag niveau liggen. Idem bij het UWV, waar een aantal jaren geleden heel veel is weggesneden. Een derde noodpakket dat zich richt op scholing is essentieel. Scholingsvouchers kunnen daarbij helpen. Daarmee wordt structureel goed gemaakt dat Nederland veel te weinig inzet pleegt op Leven Lang Leren. Menskracht en geld ook effectief bundelen, en niet iedereen in zijn eigen zuil of koker een eigen wieltje laten uitvinden. Ik benoem het staccato, maar de actie die benoemd wordt is immens. Dat lijkt op de enorme inspanning die de zorgsector moest leveren tijdens de eerste golf. Die golf zag bijna niemand aankomen. Dat kunnen we van de tweede golf niet zeggen. Als we morgen beginnen met de voorbereiding, hebben we daar jarenlang enorm plezier van. En hebben we de samenleving gered van wanhoop en veel ellende, en de Nederlandse economie kracht gegeven voor een voorspoedig herstel.
Ik ben het eens met de schrijver: “En dit alles betekent dat we vanaf nu heel hard aan de slag moeten met een superactief arbeidsmarktbeleid”
Wat voor mensen zijn ervoor nodig om dit allemaal in goede banen te leiden? De schrijver zelf geeft het volgende antwoord: “alle mensen met ervaring met re-integratie bij gemeenten en UWV die maar beschikbaar zijn . En dat is lang niet genoeg. Dus ook alle werkbegeleiders van de uitzendbureaus die maar beschikbaar zijn. En heel veel docenten en praktijkleraren. Er is ook geld nodig..”
Volgens mij hebben wij mensen nodig die hun hoofd gebruiken, naar hun hart luisteren én daarnaar handelen. Vooral dat laatste zal lastig worden omdat er dan pas echt dingen gaan veranderen. Ik ben ervan overtuigd dat de arbeidsmarkt goed opgang komt – en blijft – als we het zand uit de ketting halen. Daarvoor zullen ’ballen’ getoond moeten worden.