De organisatie van de rijksoverheid voldoet niet meer

Weliswaar ben ik sinds kort AOW-gerechtigd en formeel geen ambtenaar meer, maar zowel in mijn hart als in mijn dagelijks werk ben ik nog voluit verbonden aan de rijksdienst waarin ik zo lang heb mogen werken. Het doet me dan ook pijn om te constateren dat de slagkracht van de rijksoverheid op dit moment zo gering is. Het rijk zeult zich van crisis naar crisis: de woningnood, de ammoniakcrisis, de congestie op het elektriciteitsnet, de belasting op vermogen, de kinderopvangtoeslag en ga zo maar door. We noemen het crises, maar eigenlijk zijn het geen crises. Elk van deze problemen is een gevolg van achterstallig onderhoud en wegkijken van de problemen zolang er nog bij weg te kijken valt. De rijksoverheid functioneert dus niet goed meer en daar zijn diverse oorzaken voor aan te wijzen. Een daarvan is dat het organisatiemodel van het rijk niet (meer) deugt. Voor mij werd dat nog eens extra scherp toen ik besefte dat vrijwel alle managers binnen de rijksdienst overbelast zijn. Ze moeten heel hard werken en komen niet toe aan vooruit kijken. Het organisatiemodel is ook niet meer van deze tijd, met zijn verkokering en zijn hiërarchische structuur. Dat is ook niet zo vreemd. Elke organisatiedeskundige weet hoe belangrijk het is dat een organisatie mee verandert met alle veranderingen in de omgeving. Het huidige departementale model bestaat nu al sinds mensenheugenis. Het is dus de hoogste tijd om dit model radicaal op de schop te nemen.

Lees vooral mijn stuk hierover op de Artikelenpagina!

3 Responses

  1. Hallo Bernard, we zijn allebei in hetzelfde seizoen gepensioneerd en blijven schrijven en lezingen geven. Met je korte en langere artikelen ben ik het van harte eens. In het artikel dat bij deze blog hoort geef je terecht aan hoe de verkokerde rijksoverheid in horizontale teams en programma’s moet worden omgezet over de onderwerpen die je in je andere columns behandelt. De hoopgevende tendens van de laatste tijd is dat die teams en programma’s doelen op de middellange termijn meekrijgen. De bekendste zijn halvering van de uitstoot van CO2 en stikstof, maar ook halvering van voedselverlies en mensen met overgewicht alsook het aantal te bouwen woningen bestaan. Op grond van de door Nederland aanvaarde 17 SDG’s mogen we nog wat doelen verwachten, zoals halvering van de relatieve armoede, van het gebruik van primaire grondstoffen en van belastingontwijking. Duurzaamheid in haar volle en samenhangende breedte dus.

  2. Helemaal mee eens Bernhard. Ik heb mijn opinie hierover neergelegd in mijn stuk ‘de mythe van gelijkheid’ op linkedin. De essentie daarin:

    ‘Onze overheidssystemen zijn helemaal niet ingericht op de verbetering van levensomstandigheden van mensen. Want er bestaat een grote kloof tussen het hoofddoel van het overheidssysteem – controle houden – en de bedoeling, namelijk de effectieve aandacht voor de levensomstandigheden van de burger.

    Citaat Kim Putters – vm. SCP: ‘De samenleving moest zich gedragen zoals de overheid dat wenselijk achtte. Het gevolg was dat diezelfde samenleving zich steeds minder in de politieke besluitvorming herkende.’

    De overheid behoort zich primair in te spannen om ongelijkheid in de samenleving te verkleinen. Alleen zie je dat nauwelijks terug in het beleid. Dat beleid sneuvelt nu in nieuw ontwikkelde mantra’s: Die van handhaafbaarheid, juridische houdbaarheid en een verwijzing naar de wet. Deze nieuwe ‘trias politica’ probeert het systeem op de rails te houden. Met emotie als drijvende factor in plaats van inhoud en ratio.’

    Deze keuze van ‘beleid voeren’ heeft nog een ander gevolg voor de burger, namelijk het totaal ontbreken van transparantie van genomen maatregelen. Waardoor een gevoel van ‘het zal wel’ en ‘ik regel het zelf wel ‘ vanzelf de overhand krijgen.

  3. Beste Bernard, ben het erg eens met je analyse en reorganisatievoorstel van de rijksoverheid, voor zover ik dat als buitenstaander kan beoordelen. Na navraag en lezing hier en daar tot mijn grote schrik ook eens met je eerdere stelling dat de overheid deze eeuw nog niets substantieels tot stand heeft gebracht. Die twee zeken/artikelen combinerend heb ik een simpel, concreet voorstel.

    Dat het vertrouwen in de overheid historisch laag is, de Haagse politiek wordt gedreven door incidenten en dat elk lange termijn beleid sinds enkele decennia ontbreekt wordt inmiddels breed onderschreven, heb ik de indruk. Laat daarom de tweede kamer aan de regering vragen (tenzij de regering het plots zelf zou oppakken) om voor alle! belangrijke maatschappelijke vraagstukken c.q. overheids-beleidsterreinen een lange termijn visie en plan te maken. Wie kan daar op tegen zijn? Belangrijk daarbij is de eerste stap, het formuleren van de thema’s, die zullen de 29 beleidsterreinen van de huidige 29 bewindspersonen overschrijden. Stap 2 is de (1) verantwoordelijke minister voor elk plan benoemen, die dat dan samen met andere bewindspersonen moet oppakken. Stap 3 is de vraag wat/wie er nodig is om zo’n visie & lang termijn plan op te stellen. Zijn de juiste competenties binnen de departementen aanwezig (zo niet, hoe komt dat en wat er aan te doen?), van hoog tot laag daarbij betrekken, en oud en zeker ook jong, en divers samengesteld. En als er competenties ontbreken, maar misschien sowieso, bij elk plan een aantal kritische externe expert-geesten betrekken. Twee andere vragen zijn de (eisen die moeten worden gesteld aan de) ”implementatieplannen” en de organisatie die nodig is om de plannen voor elkaar te krijgen. Niet een losstaande projectorganisatie die dan weer wordt opgedoekt, maar met verbinding met de ”staande organisatie” … en ervoor zorgen dat de inzichten maar vooral ook de competenties die tijdens het traject worden opgebouwd beklijven in de departementen. Gezien het lange termijn karakter van de (lange termijn) plannen en het gebleken onvermogen om dergelijke plannen te maken lijkt het redelijk een jaar voor al die plannen uit te trekken, er zal ook nog het nodige moeten worden afgestemd, tussen de plannen en politiek. Dan kunnen in het najaar van 2023 die plannen gereed zijn en in de tweede kamer worden besproken. Het is hard nodig, het zou niet al te moeilijk moeten zijn en wie of wat kan hier nou tegen zijn?

    Hoe gaan we dat regelen, Bernard?

    P.s. nog een kleine waarschuwing over je reorganisatie van de overheid artikel: Niet de (rijks)overheid in van alles en noch wat met het bedrijfsleven vergelijken: Nederland is geen BV en ook de organisatie van de overheid kan ook niet 1 op 1 gespiegeld worden met ondernemingen. Markt en overheid zijn fundamenteel verschillend: 1 (winst) doelstelling versus meerdere doelstellingen, ongelijkheid vs gelijkheid, privaat vs publiek, profit centers vs Weberiaanse bureacratieen, prestatiebeloning (met alle bijbehorende perverse gedragseffecten als gaming, fraude, crowding out van intrinsieke motivatie, etc.). vaste salarissen, etc. met het bedrijfsleven.

Leave a Reply to Hugo von Meijenfeldt Click here to cancel reply.