Brexit, of toch maar niet?

Afgelopen donderdag hebben de Britten via een referendum gekozen voor uittreding uit de EU. Dat inspireerde mij tot een aantal stellingen:

Een zo ingrijpend besluit als uittreding uit de EU dient niet met een gewone meerderheid van 50%, maar met een gekwalificeerde meerderheid van bijvoorbeeld twee-derde te worden genomen, om recht te doen aan de democratische plicht om zorgvuldig om te gaan met de belangen van minderheden.

Na de eerste euforie zullen de chaos in het VK en de economische terugslag  de roep om een Nexit of Frexit, of welke andere uittreding  dan ook, in de komende maanden snel doen verstommen.

Het is nog hoogst onduidelijk hoe snel de uittreding juridisch kan worden gerealiseerd en een nieuw (handels)verdrag regime met het VK kan worden afgesproken. Dat moet eerst helder zijn voordat de artikel 50 procedure, die in twee jaar moet zijn afgerond, kan worden ingeroepen.

Het beste wat er nu kan gebeuren is dat de Brexit uiteindelijk helemaal niet doorgaat. Dat is mogelijk na een periode van kommer en kwel, als er voorzichtig op wordt gestuurd, als leiderschap wordt gevonden dat zorgvuldig verdere radicalisering voorkomt en verbinding blijft zoeken, en wanneer de ontwikkelingen van de komende jaren duidelijk maken dat het wensbeeld dat bij de Brexit werd nagestreefd niet blijkt te bestaan.

Ik heb de stellingen uitgewerkt in een stuk op de Artikelen pagina.

Leave a Reply